1. De groei van de bevolking tot 2040

  • De periode tot 2040 kenmerkt zich door een snelle vergrijzing. Het aandeel 65-plussers stijgt van 15 procent nu tot bijna 26 procent rond 2040. Het aandeel jongeren (0-19 jaar) daalt naar verwachting licht, terwijl het aantal 20-64 jarigen aanzienlijk terugloopt. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de vergrijzing. Door het verlies van hun levenspartner zijn ouderen vaker alleenstaand dan personen van middelbare leeftijd. Daarnaast neemt ook het aandeel alleenstaanden op middelbare leeftijden verder toe.

2. Waardoor ontgroening in Nederland is ontstaan

  • Er worden minder kinderen geboren dan vroeger. Daardoor neemt het aandeel jongeren (0-19) in de totale bevolking af. De invoering van de pil zorgde ervoor dat zwangerschap veel makkelijker te voorkomen is. De invloed van de religie is ook veel anders geworden. Vroeger stimuleerde bijvoorbeeld de katholieke kerk de komst van veel kinderen. Nu is het ondenkbaar dat de pastoor langs komt om te vragen of het niet tijd wordt voor een volgend kind. Bovendien hebben veel mensen zich van de kerk afgewend.

3. Waardoor de vergrijzing in Nederland toeneemt

  • De daling van het kindertal speelt een belangrijke rol. Minder kinderen betekent relatief veel ouderen.
  • De vergrijzing neemt ook toe doordat de groep ouderen in Nederland flink groeit in absolute getallen. Na de Tweede Wereldoorlog was er een geboortegolf. De kinderen die tussen 1945 en 1950 geboren werden noemen ze de zogenaamde ‘babyboom’-generatie. Vanaf 2010 bereikt deze groep de leeftijd van 65 jaar.
  • De mensen leven ook steeds langer. De levensverwachting is meer dan verdubbeld sinds 1870. Een meisje dat in 2009 is geboren, heeft een levensverwachting van ruim 82 jaar. Voor een jongen komt de verwachting uit op 78,5 jaar.

4. De ontwikkeling van de demografische druk tot 2040

  • De demografische druk wordt gevormd door het volgende: Jongeren (0-19 jaar) + Ouderen (65+) : Produktieven (20-65 jaar)
  • Het aantal jongeren neemt af. Het aantal ouderen neemt toe. Daardoor neemt het aantal produktieven ook af.